top of page
Vaccinatie van de kat
Kattenziekte (feline panleukopenie)
Kattenziekte (feline panleukopenie) is een infectie van het maag-darmkanaal die veroorzaakt wordt door het Feline Parvo Virus (FPV). Het virus is voor 98% identiek aan het parvovirus bij de hond en ook de klachten zijn vergelijkbaar. Het virus kan worden overgebracht door speeksel, urine of niezen. Ook kan de eigenaar het virus gemakkelijk meenemen via kleding en schoeisel. Het virus is erg stabiel en niet erg gevoelig voor de meeste reinigings- en ontsmettingsmiddelen en het blijft lang infectieus in de omgeving. Het meest opvallend zijn de verschijnselen van het maag-darmkanaal: ernstige buikpijn, heftig braken, diarree met bloed en daardoor vaak ook uitdroging. Katten met kattenziekte hebben koorts en maken een zieke indruk. Bij dieren die de besmetting overleven kan nog gedurende enkele weken tot maanden diarree aanwezig zijn. Infecties bij drachtige katten kunnen leiden tot een miskraam of tot de geboorte van kittens met neurologische afwijkingen zoals incoördinatie en trillen (tremor). Soms gaat het verloop van de ziekte zo snel dat kittens sterven zonder zichtbare voorafgaande symptomen. De diagnose kan gesteld worden met een parvosnaptest, waarbij er wordt nagegaan of het virus in de ontlasting aanwezig is. De test kan vals positief uitvallen wanneer de kat in de periode van zeven tot tien dagen voorafgaand aan de test is gevaccineerd tegen kattenziekte. Mocht onverhoopt een kitten overlijden, dan kan sectie uitwijzen dat kattenziekte in het spel was.
Niesziekte
Niesziekte is een besmettelijke aandoening waar katten flink ziek van kunnen worden. De ziekte wordt veroorzaakt door meerdere soorten ziektekiemen. De belangrijkste zijn het Feline Calici Virus (FCV) en het Feline Herpes Virus (FHV). Daarbij kunnen de bacteriën chlamydia en Bordetella Bronchoseptica het ziektebeeld verergeren. De belangrijkste verspreiding van niesziekte is via aerosolen (besmette vochtdruppeltjes die een geïnfecteerde kat verspreidt met niezen), direct contact met andere katten, door besmette manden, kooien of via handen en kleding van de mens. Vooral op plaatsen waar veel (vreemde) katten bij elkaar zitten in een kleine ruimte, zoals cattery’s, asielen of dierenpensions kan gemakkelijk niesziekte optreden. Katten met niesziekte hebben de volgende symptomen: niezen, ontstoken ogen, neusuitvloeiing, blaasjes op de tong, koorts en een verminderde eetlust. Mogelijke complicaties zijn bronchitis of een longontsteking. Vooral kittens en oudere dieren met een verminderde afweer zijn gevoelig voor deze infectie. Meestal zullen deze katten met een goede behandeling kunnen herstellen, maar vaak houden de dieren een loopneus en ontstoken ogen. Verder blijven ze vaak drager, waardoor ze andere katten kunnen besmetten. Ook in perioden van stress kunnen de verschijnselen weer toenemen. Voorkomen is dus beter dan genezen. Wilt u een praktijkverhaal lezen over niesziekte, kijk dan onder Praktijkverhalen - Izzy.
FeLV
Theoretisch kan ook tegen FeLV gevaccineerd worden, maar dit wordt niet routinematig gedaan in Nederland. Vaccinatie heeft namelijk enkel zin wanneer de kat veel in contact komt met een reeds besmet dier of als er bekend is dat u in een omgeving woont waar deze ziekte frequent voorkomt. Ook is het alleen maar nuttig om katten die vrij zijn van FeLV te vaccineren. Om dat vast te stellen wordt door middel van een simpele snaptest gekeken of de kat positief is voor FeLV of kattenaids (FIV). Vaccineren tegen FeLV geeft geen 100% bescherming tegen infectie en het ontstaan van ziekte door FeLV.
bottom of page