Small Animal vet Heskes

Giardia, een eencallige parasiet

Giardia een eencellige darmparasiet die voorkomt in diverse ontwikkelingsstadia. Als giardia aanwezig is bij uw huisdier, dan is de kans dat uw hond of kat diarree krijgt tien tot twintig procent. Vooral in een omgeving waar veel dieren samen zitten is Giardia een probleem (kennels/asielen). Meestal krijgen jonge dieren Giardia. Ook honden die geïmporteerd worden vaak gediagnosticeerd met deze flagellaat (zweepdiertje).

 

Cyclus van giardia

De cysten die de parasiet uitscheidt, komen in de omgeving terecht, waarna deze door een hond, kat of mens weer kunnen worden opgenomen. Ook via direct contact met ontlasting kan de besmetting worden overgedragen. Na uitscheiding via de ontlasting is de cyste onder koele en vochtige omstandigheden nog weken- tot zelfs maandenlang besmettelijk. Wanneer een cyste wordt ingeslikt, ontwikkelt deze zich in de dunne darm tot een trofozoiet (zie foto). Deze trofozoïet hecht zich aan de wand van de dunne darm en neemt daar voedingsstoffen op. De darmwand raakt beschadigd en er ontstaat diarree. Volwassen dieren worden minder vaak besmet en worden ook minder vaak ziek. Zij kunnen wel drager zijn van de parasiet. Vooral bij katten komt dit vaak voor.

 

Symptomen

Langdurige diarree - dit betekent dat de diarree meerdere weken tot zelfs maanden aanwezig is - is kenmerkend voor een infectie met giardia. Ook steeds terugkerende diarree die niet verbetert met een speciaal dieet of medicatie kan een verschijnsel zijn. De ontlasting van uw huisdier is slijmerig, soms kan er bloed bij zitten en deze stinkt meer dan normale ontlasting. Sommige honden of katten voelen zich in het algemeen niet zo goed. Ze zijn sloom, willen niet meer eten en kunnen gaan braken. Veel dieren zijn drager van de parasiet en vertonen geen verschijnselen. Deze dieren vormen het grootste besmettingsgevaar.

 

Diagnose
Aan de hand van ontlastingonderzoek kan de diagnose worden gesteld. De ontlasting moet liefst zo vers mogelijk zijn, dus maximaal enkele uren oud. Er zijn verschillende manieren om de diagnose te stellen. Het direct aantonen van de trofozoieten in de ontlasting gebeurt met een microscoop. Het nadeel is dat giardia-eencelligen snel doodgaan wanneer deze zich buiten het lichaam bevinden en niet meer kunnen bewegen. Een meer recente test is de Giardia-snaptest. Deze test heeft een hoge betrouwbaarheid en de uitslag is binnen een half uur bekend.

 

Behandeling
De standaard (ontwormings)middelen werken helaas niet tegen Giardia. Metronidazole (Metrobac®) of Fenbendazole (Panacur®) zijn medicijnen die gebruikt worden in de bestrijding van Giardia. Panacur® wordt drie tot vijf dagen gegeven en moet herhaald worden na twee weken. Metrobac® wordt voor zeven dagen voorgeschreven. Er zijn bepaalde stammen die niet gevoelig zijn voor metronidazole en wel voor fenbendazol en andersom. Wanneer uw hond of kat na de behandeling gecontroleerd wordt en de test nog positief is (de besmetting is nog niet over), kan er gekozen worden om het andere medicijn in te zetten. Aanhoudende klachten zijn daarnaast vaak het gevolg van her-besmetting. De cysten kunnen zich in de omgeving bevinden maar zelfs in de vacht. Daarom is het van belang uw huisdier tijdens de behandeling diverse keren te wassen. Ook dient de omgeving grondig gedesinfecteerd te worden. Omdat bepaalde honden en katten in uw huishouden drager kunnen zijn maar geen symptomen hoeven te hebben, moeten alle dieren die samenwonen behandeld worden. Giardia is besmettelijk voor mensen. Was daarom uw handen na het aaien van uw dier en voordat u gaat eten. Sluit een eventuele zandbak van uw kinderen goed af, zodat katten deze niet als kattenbak kunnen gebruiken.