Blauwalgvergiftiging bij de hond
Blauwalg wordt veroorzaakt door de Cyanobacterie. Deze bacterie zorgt er voor dat water groen, troebel wordt en gaat stinken. Blauwalg komt het meest frequent voor in stilstaand water bij temperaturen tussen de twintig en dertig graden Celsius. Vooral sloten, meren, maar ook drinkbakken die lang niet ververst worden kunnen een besmettingsbron zijn. Uw hond kan de blauwalg opnemen door het water te drinken of door te spelen in het water. Ook het schoonlikken van de vacht na het zwemmen is een risico.
De opname van blauwalg kan leiden tot leverbeschadiging. Symptomen hiervan zijn: braken, diarree, bloed in de ontlasting (melena), zwakte, bleke slijmvliezen, geelzucht (icterus), epileptische aanvallen, desoriëntatie, coma en shock. Uw huisdier kan overlijden binnen een paar dagen na de opname als er ernstige schade is opgetreden aan de lever. Uw dierenarts kan met een bloedonderzoek zien of de leverwaarden sterk zijn gestegen. De leverenzymen (ALT, AF) zullen gestegen zijn, ureum en albumine zijn verlaagd en er kunnen verlengde stollingstijden van het bloed optreden.
Agressieve en onmiddellijke ondersteunende behandeling is nodig om de schade zo veel mogelijk te beperken. Blauwalg kan ook leiden tot neurologische verschijnselen zoals spiertrillingen, spierstijfheid en verlamming. Als uw hond neurologische verschijnselen heeft kan hij binnen minuten tot uren na de opname overlijden als gevolg van een ademstilstand door de verlamming van de ademhalingsspieren.
De dierenarts zal uw hond aan het infuus leggen, in het geval van neurologische verschijnselen kalmerende middelen toedienen en uw hond met zuurstof ondersteunen. Wanneer uw huisdier na enkele dagen stabiel is zal er opnieuw een bloedonderzoek uitgevoerd worden om alle waarden te controleren. Medicatie om de lever te ondersteunen kunnen voorgeschreven worden voor enkele weken als uw hond naar huis mag. De uiteindelijke leverschade kan pas duidelijk na een paar weken worden gecontroleerd, dit komt doordat de lever een goede herstelcapaciteit heeft.
De zwemgebieden in Nederland worden regelmatig gecontroleerd op de groei van blauwalgen, maar er wordt niet gecontroleerd op welke soort er groeit. Bovendien zwemmen veel honden juist buiten de zwemgebieden, waar helemaal geen controle van het water is. Laat uw hond ‘s zomers niet zwemmen in stilstaand water. Heeft uw hond toch een duik genomen, voorkom dan dat hij het water drinkt, spoel de vacht na het zwemmen af met schoon water en was uw hond bij thuiskomt met shampoo. Wanneer uw hond na het zwemmen ziek wordt, neem dan altijd zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts.